Hoofdstuk 2 De speerpunten van een crossmediastrategie
Een sterk concept
De kracht van het concept staat los van de inhoud van het product of de dienst waarvoor een concept is bedacht. Er zijn vijf elementen die een belangrijke rol bij hoe sterk een crossmediaal concept zich kan ontwikkelen; storytelling, mediumspecificiteit, usability, relevantie en cocreatie.
storytelling;
eenvoudige en heldere vertelstructuur, transparante content, heldere herkenbare betekenis, waardoor een groot deel van de groep wordt aangesproken. Gebruikers worden actief betrokken bij de tekst. Een verhaal is traditiegetrouw eenvoudig van structuur; er zit een begin, midden en een einde aan. Eerst werden verhalen mondeling in de vorm van gedichten verteld, na de uitvinding van de boekdrukkunst werden het schriftelijke vertellingen. Tegenwoordig worden mondeling- en schriftelijke verhalen gecombineerd, kijk maar naar een powerpointpresentatie. Storytelling is ook wel het op de markt brengen van merken die een bepaald gemeenschappelijk gedachtegoed vertegenwoordigen.
Storytelling kan impliciet en expliciet gebruikt worden;
- impliciete storytelling; bij een verhaal gebruiken de lezers hun eigen fantasie om een visuele voorstelling of een object bij het verhaal te kunnen zien.
- expliciete storytelling; er wordt een menselijke factor ingezet, waardoor de beleving wordt verhoogd. Dit gebeurt vooral als de doelgroep invloed kan uitoefenen op het verloop van het verhaal.
eenvoudige en heldere vertelstructuur, transparante content, heldere herkenbare betekenis, waardoor een groot deel van de groep wordt aangesproken. Gebruikers worden actief betrokken bij de tekst. Een verhaal is traditiegetrouw eenvoudig van structuur; er zit een begin, midden en een einde aan. Eerst werden verhalen mondeling in de vorm van gedichten verteld, na de uitvinding van de boekdrukkunst werden het schriftelijke vertellingen. Tegenwoordig worden mondeling- en schriftelijke verhalen gecombineerd, kijk maar naar een powerpointpresentatie. Storytelling is ook wel het op de markt brengen van merken die een bepaald gemeenschappelijk gedachtegoed vertegenwoordigen.
Storytelling kan impliciet en expliciet gebruikt worden;
- impliciete storytelling; bij een verhaal gebruiken de lezers hun eigen fantasie om een visuele voorstelling of een object bij het verhaal te kunnen zien.
- expliciete storytelling; er wordt een menselijke factor ingezet, waardoor de beleving wordt verhoogd. Dit gebeurt vooral als de doelgroep invloed kan uitoefenen op het verloop van het verhaal.
Verhalende elementen, zoals de verhaallijn, personages en gebeurtenissen, vormen de formele bouwstenen van een verhaal of concept.
De twee verteltechnieken die het meest voorkomen zijn:
- canonieke verhaalstructuur; de standaardstructuur voor verhalen. Alle elementen zijn functioneel, ze maken een bepaalde vertelstructuur zo duidelijk en coherent mogelijk.
- narratieve complexiteit die de grenzen van het medium binnen het verhaal opzoekt.
De twee verteltechnieken die het meest voorkomen zijn:
- canonieke verhaalstructuur; de standaardstructuur voor verhalen. Alle elementen zijn functioneel, ze maken een bepaalde vertelstructuur zo duidelijk en coherent mogelijk.
- narratieve complexiteit die de grenzen van het medium binnen het verhaal opzoekt.
Transmediale storytelling; verschillende verhaallijnen worden door elkaar gebruikt en tegelijkertijd verbeeld of verschillende verhaallijnen worden over verschillende platformen verteld. Als doel hebben ze ‘het creëren van een verenigde en gecoördineerde entertainmentervaring. Het gaat erom dat erom dat er op het meest fundamentele niveau verhalen worden verteld over meerdere media. Door diverse media te gebruiken voor eenzelfde verhaal, creëer je verschillende mogelijke ingangen die mensen naar een bepaald product leiden. Bij transmediale storytelling moet de consument in verschillende dimensies en op verschillende niveaus kunnen denken.
mediumspecificiteit;
Dit houdt in dat de specifieke eigenschappen van de ingezette media optimaal worden gebruikt en elkaars gebreken aanvullen. Bij een crossmediaal concept hou je rekening met datgene wat een medium onderscheidt van andere media. Waar het ene medium tekort aanschiet laat je een ander medium bijspringen.
Om de verschillende medium optimaal te kunnen gebruiken, moet je over de grenzen van verschillende media heen denken (mediumneutraal). Welke media je inzet, wordt mede bepaald door het rendement dat je wilt behalen met je crossmediale concept.
Dit houdt in dat de specifieke eigenschappen van de ingezette media optimaal worden gebruikt en elkaars gebreken aanvullen. Bij een crossmediaal concept hou je rekening met datgene wat een medium onderscheidt van andere media. Waar het ene medium tekort aanschiet laat je een ander medium bijspringen.
Om de verschillende medium optimaal te kunnen gebruiken, moet je over de grenzen van verschillende media heen denken (mediumneutraal). Welke media je inzet, wordt mede bepaald door het rendement dat je wilt behalen met je crossmediale concept.
usability;
Dit houdt in dat de kijker invloed heeft op bijv. het verloop van een programma. Bij Idols kan de kijker een stem uitbrengen, waardoor de tevredenheid van de kijker toeneemt. Het opbouwen van een langetermijnband met je consument is ook een belangrijk speerpunt binnen je strategie, dit kun je doen door te kijken jaar de usability van een concept. Je moet eerst kijken wat de functie ervan is.
Met de usability van een crossmediaconcept wordt de mate bedoeld waarin gebruikers in een bepaalde gebruikersomgeving een product kunnen gebruiken om hun doelen te bereiken. Zo streef je maar effectiviteit, efficiëntie en tevredenheid van de consument.
relevantie;
Dit is als het ware de mate waarin de dialoog de juiste boodschap bevat, op het juiste moment via het juiste middel. Het gaat er niet om dat je zo veel mogelijk kanalen inzet, maar wel dat je de juiste kanalen gebruikt. Je moet luisteren naar wat de behoeftes op dat moment zijn.
Dit houdt in dat de kijker invloed heeft op bijv. het verloop van een programma. Bij Idols kan de kijker een stem uitbrengen, waardoor de tevredenheid van de kijker toeneemt. Het opbouwen van een langetermijnband met je consument is ook een belangrijk speerpunt binnen je strategie, dit kun je doen door te kijken jaar de usability van een concept. Je moet eerst kijken wat de functie ervan is.
Met de usability van een crossmediaconcept wordt de mate bedoeld waarin gebruikers in een bepaalde gebruikersomgeving een product kunnen gebruiken om hun doelen te bereiken. Zo streef je maar effectiviteit, efficiëntie en tevredenheid van de consument.
relevantie;
Dit is als het ware de mate waarin de dialoog de juiste boodschap bevat, op het juiste moment via het juiste middel. Het gaat er niet om dat je zo veel mogelijk kanalen inzet, maar wel dat je de juiste kanalen gebruikt. Je moet luisteren naar wat de behoeftes op dat moment zijn.
cocreatie;
Dit is onderdeel van een nieuwe stroming die wel samengevat wordt door de term ‘open innovatie’. De gedacht is dat je samen aan iets werkt en dat het voldoening geeft, alle betrokkenen zorgen gezamenlijk voor nieuwe ideeën, concepten of producten. Het gaat om het inzetten van de consument bij het ontwerpen of ontwikkelen van nieuwe producten, consumenten krijgen hiermee een actievere rol in het creatieproces. Cocreatie is het toevoegen van nieuwe elementen.
Cocreatie kan worden ingezet voor verschillende doelen; productontwikkeling, het aanpassen van een product of finishing touches van een product.
4 bouwstenen voor cocreatie;
- Dialoog
- Toegankelijkheid
- Risicoanalyse
- Transparantie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten